Inkjetprinters reinigen zichzelf vrij vaak om te voorkomen dat de inkt in de printkop uitdroogt en alles verstopt.
Daarom is het essentieel om de printer altijd op de juiste manier uit te schakelen, anders gaat de printkop niet naar de parkeerstand en droogt deze sneller uit.
Tijdens het reinigen van de printkop blaast de printer inkt door de printkoppen om eventuele verstoppingen te verhelpen.
De inkt bevat oplosmiddelen, zoals isopropanol, die hierbij helpen. Het reinigen van de printkop kan handmatig worden gestart via het printermenu, maar de printer voert dit ook automatisch van tijd tot tijd uit, bijvoorbeeld na het inschakelen.
De afvalinkt moet ergens heen.
Sommige Canon- en Epson-inkjetprinters hebben hiervoor een spons of een soort vlies aan de onderkant van het apparaat.
De afvalinktcontainer is dus geen klassiek verbruiksmateriaal in de strikte zin, maar een reserveonderdeel dat meestal meerdere jaren meegaat en doorgaans alleen elke 20.000 tot 30.000 pagina's moet worden vervangen als onderdeel van een reparatie. De printer kan eigenlijk niet bepalen of de afvalinktcontainer, of het opvangreservoir zoals Canon het noemt, echt vol is. Er is geen bijbehorende sensor geïnstalleerd in het apparaat. In plaats daarvan is een teller verantwoordelijk voor het verschijnen van het bericht, en deze teller kan ook worden gereset.
Sommige printers van de Canon Pixma IP-serie gebruiken een spons of een vilt, ook wel inktabsorbeerder genoemd, om de inkt op te nemen die tijdens het reinigen van de printkop vrijkomt.
Als er te veel reinigingen van de printkop worden uitgevoerd, verschijnt uiteindelijk het volgende bericht: "Het opvangreservoir voor overtollige inkt is bijna vol" of "...is vol." Wanneer het laatste bericht verschijnt, weigert de printer te werken.
Afhankelijk van het printermodel en de inktcartridge kan het gebeuren dat de inktcartridge al leeg is na 40-100 reinigingen van de printkop zonder dat er daadwerkelijk iets is afgedrukt.